Ons orgel

Het orgel van de Levensbron werd op 11 november 1995 in gebruik genomen en is samengesteld uit delen van het oude Valckx & van Couterenorgel (1931)
uit de voormalige Pelgrimskerk aan de Kerkweg en het voormalige Adrie Verduijn-orgel van de vroegere Ontmoetingskerk aan de Jhr. De Sav. Lohmanstraat.

Bij de presentatie van het orgel op 11 november 1995 werd een programmaboekje uitgegeven, waarin het een en ander te lezen stond over het orgel.

We nemen daaruit het volgende over, met dank aan de onbekende onderzoeker(s) en schrijver(s):

In 1931 werd een geheel nieuw orgel gebouwd in het uit 1902 daterend kerkgebouw aan de Kerkweg in Ridderkerk.
Bouwer van dat orgel was de firma Valkx & van Couteren.
Naar de algemeen heersende smaak van die jaren werd het een romantisch klinkend orgel met kegelladen en een geheel pneumatische tractuur. Een degelijk gebouwd orgel met eiken windladen, houten pijpwerk van oregonpine, metalen pijpen van orgelmetaal met 60% tin en 75% tin voor de trompet en de salicionaal. Alleen de frontpijpen van de Prestant en de 12 grootste pijpen van de Trompet, Salicionaal en Viool Prestant zijn van zink.

De dispositie van 1931 was:

  • op het hoofdwerk: Prestant 8’, Bourdon 16’, Roerfluit 8’, Salicionaal 8’ en Octaaf 4’;
  • op het zwelwerk: Viool Prestant 8’, Holpijp 8 ‘, Concertfluit 4’, Woudfluit 2’, Mixtuur 3 st., Trompet 8’en Tremulant;
  • het pedaal omvatte: Subbas (tr) 16’, Fluitbas 8’ en Gedektbas (tr) 8’.

In de jaren 1939/1940 werd op dezelfde plaats een nieuwe kerk gebouwd en het orgel verhuisde mee, zonder dat er wezenlijk iets aan het orgel veranderde.
Na 40 jaar trouwe dienst was de pneumatiek zodanig versleten dat een grote reparatie onvermijdelijk was: het werk werd uitgevoerd door de firma L.J. Kramer te Boskoop en adviseur was George Stam, oud-organist van de Laurenskerk in Rotterdam. Bij die reparatie werden tevens ook een aantal wijzigingen in de dispositie doorgevoerd. In 1978 is een Sesquialter toegevoegd en in 1987 een Basson 16’, de gebrand koperen pijpen en afkomstig uit het “Verduyn”orgel van de Ontmoetingskerk.

Na de sluiting van de Pelgrimskerk in 1993 wordt het orgel opgeslagen. Voor het nieuwe kerkgebouw De Levensbron – in gebruik genomen in augustus 1995 – moet het orgel aangepast worden voor de grotere kerkruimte. In overleg met orgelbouwer en adviseur, resp. de fa. Pels & van Leeuwen en dhr. Drs. J.J. van der Harst wordt besloten het orgel uit te breiden met als uitgangspunt de toestand van 1931. Dat betekende dat niet alleen historisch pijpwerk voor de uitbreiding in dispositie werd gezocht, maar dat ook de Quint en de Mixtuur vervangen zijn door ander pijpwerk met meer in het klankbeeld passende mensuren.
Uitgezonderd de Basson 16’, die al in 1987 in het orgel werd geplaatst, zijn alle pijpen nu historisch materiaal van de originele orgelbouwer: Valkx en van Couteren.

Om het historisch orgelbezit van de Gereformeerde Kerk van Ridderkerk geheel in kaart te brengen even een uitstapje naar de orgels in de voormalige Ontmoetingskerk:

Met de opening van de Ontmoetingskerk in 1966 wordt aan de linkerzijde van het liturgisch centrum een orgel geplaatst, dat gebouwd is door de orgelbouwer Arie Verduyn uit Slikkerveer. Dat orgel vertoont zo rond 1984 zoveel gebreken, dat tot vervanging wordt besloten. De Basson 16’wordt overgebracht naar het orgel van Valkx en van Couteren, de rest wordt opgekocht door een (orgel)sloper. Het nieuwe orgel wordt gebouwd door de firma Gebr. Van Vulpen te Utrecht en op 13 november 1986 in gebruik genomen. Dat orgel is geënt op het Hollandse orgeltype van rond 1700 en als basis diende het – door van Vulpen gerestaureerde – Duijschot-orgel in Hendrik Ido Ambacht. Bekende orgels van dit type zijn o.m. te vinden in Arnhem (1982), Woerden (1983), Almere (1985) en Ede (1986). Na de sluiting van de Ontmoetingskerk in 1995 wordt het orgel overgeplaatst door de orgelmaker Sicco Steendam naar het kerkcentrum Marsdijk in Assen en is daar nog steeds te beluisteren.

We besluiten met de huidige dispositie van het orgel in de Levensbron:

  • Systeem: elektro-pneumatisch;
  • Klavieromvang: 2 manualen (C-g3) en pedaal (C-f1);
  • Hoofdwerk (I): Bourdon 16’, Prestant 8’, Salicionaal 8’, Roerfluit 8’, Octaaf 4’, Fluit 4’, Quint 2 2/3’, Octaaff 2’, Mixtuur 4 st., Trompet 8’ en Tremulant.
  • Zwelwerk (II): Viool Prestant 8’, Viola da Gamba 8’, Voix Celeste 8’, Holpijp 8’, Concertfluit 4’, Nasard 2 2/3 ‘, Woudfluit 2’, Terts 1 3/5’, Flageolet 1’, Hobo 8’ en Tremulant.
  • Pedaal: Subbas 16’, Bourdon (tr) 16’, Prestant (tr) 8’, Fluitbas 8’, Gedektbas (tr) 8’, Open fluit 4’ en de Basson 16’.
  • Speelhulpen: vaste combinatie P, MF, F, T – vrije combinatie – automatische pedaalomschakelaar.
  • Koppels: hoofdwerk: I + II en I + II – 16’ ; zwelwerk: II – 16’; pedaal: pedaal + I en pedaal + II.
Het orgel Levensbron